Het artikel kwam er in de pessimistische context van een tanende Amerikaanse markt in de jaren ‘70, met volgende symptomen:
- de loonkost was de hoogste ter wereld
- de productiviteit groeide minder snel dan in naburige landen
- de industrie kreeg het steeds moeilijker om het hoofd te bieden aan lageloonlanden.
We zijn nu 47 jaar later en het thema is actueler dan ooit. En de symptomen lijken wel het beeld van de Belgische industrie anno 2016 te beschrijven.
Gelukkig geeft Skinner in zijn ”Focused Factory” een meer positief beeld van productiebedrijven. Welke veranderingen zijn nodig in ons denkproces? (i) De vraag is niet om productiviteit te verhogen, maar om competitief te zijn. (ii)Het is niet de bedoeling om enkel naar productiekosten te kijken, maar het totale kostenplaatje in rekening te brengen. (iii) Een bedrijf moet je focussen op slechts enkele weloverwogen producten, processen en markten en (iv) het is beter op 1 expliciete productietaak te focussen, dan op meerdere (vaak conflicterende) taken.
Dat is het succesverhaal van een focused factory.
Want eenvoud, herhaling, ervaring en één onderliggend objectief, waarop de bedrijfsstrategie geënt is, creëren kennis en competentie, die op hun beurt dan weer de competitiviteit stimuleren. Daarom ook is een “Factory of the Future” weldegelijk een “Focused Factory”.
Lees meer over onze partnership met een echte Factory of the Future!